Hoofdstuk IV

IV De klokken

Half mei 1875 kwam van de klokkengieterij te Asten onverwacht het bericht, dat de klokken waren afgewerkt en zo spoedig mogelijk zouden worden geleverd. Natuurlijk werd in verband met de aanstaande kerkconsecratie, deze tijding met vreugde begroet. Evenals bij de eerste steenlegging verrichtte ook nu weer deken Ranshuysen de benedictie en de volgende dagen werden onder grote belangstelling de klokken omhoog getakeld en in de toren gemonteerd.
We geven hier de bijzonderheden, zoals ze in het memoriaalboek staan opgetekend.
Links: de kleine klok, geschenk van kapelaan L. ten Brink. Bovenaan het jaartal 1875.
Versiering: een beeldje van St. Lambertus.
Daaronder de woorden Ave Maria – vox Lamberti (de stem van Lambertus).
Verder als omschrift: Petit et Fritsen me fuderunt. (Petit en Fritsen hebben mij gegoten).In het midden: de grote klok.
Opschrift: M. Koopman +, P. Nan+ d.d. (dono dederunt: hebben mij geschonken).
Versiering: een beeldje van de H. Joannes, waaronder:

Joannes vocor +
Deo omnipotenti loquor +
So Werenfrido honor +Joannes heet ik
Voor God almachtig spreek ik
St. Werenfridus eer ik.

Omschrift als boven.

Rechts: de klok uit de toren van de oude kerk.

Aan de voorzijde een wapenschild; aan de achterzijde de letters P.C.V.N.
Als omschrift: Franciscus est nomen meum. Me fecerunt anno Dni MCCCC.
(Franciscus is mijn naam. Men heeft mij gemaakt in het jaar des Heren 1400).
Hoe en wanneer deze klok in het bezit van de kerk is gekomen, is onbekend. Te oordelen naar de naam Franciscus en het jaartal 1400 moet hij wel aan een katholieke kerk hebben toebehoord. Een aantekening in een trouwboek van 1766 vermeldt, dat deze klok indertijd door een joodse opkoper Abraham Jacobus de Vries van onbekenden werd gekocht. Zijn gewicht bedroeg 469 pond.
Tijdens de tweede wereldoorlog (1940-’45) werden ook deze klokken door de bezetters geroofd.
Wat al maanden te voren was voorzien, werd in het voorjaar 1943 werkelijkheid. De pastoor stond machteloos en kon niets anders doen dan krachtig protesteren tegen dit brutale geweld. Hij beriep zich o.a. op het gewijde karakter der klokken, waardoor deze in feite gebruiksvoorwerpen zijn geworden “van den Roomsch Katholieken eeredienst.” Het mocht echter niet baten.
Met verbeten woede zagen de parochianen, hoe hun klokken per vrachtwagen werden afgevoerd.¹) Met zovele andere zijn zij tot oorlogstuig versmolten. Alleen de St. Lambertusklok bleef gespaard. Naar verluidt vond men hem na de oorlog, totaal onbruikbaar, in een opslagplaats terug.
Dank zij enige schadevergoeding door de Herstelbank konden nieuwe klokken worden besteld. Jammer ontbreken hier alle gegevens. Gelukkig waren de heren Theo Sijm en Cor Zwart bereid op onderzoek uit te gaan. Langs vier trappen klommen zij naar boven en het was geen vergeefse tocht. De grote klok, in de volksmond “dodenklok” geheten, draagt als opschrift:

Ik vervang “Johannes”
geschonken door M. Koopman en P. Nan.
Verloren gegaan 1943.
D. 263. Eysbouts – Lips. N.V. Asten 1949.

Rechts: de “engelenklok”, werd geluid bij de begrafenis van kleine kinderen, bij het wegbrengen van de ziekencommunie en vijf minuten voor de aanvang van elke dienst.Opschrift:

Ik vervang “Franciscus”.
Verloren gegaan 1943.
D 276. Eysbouts – Lips. N.V. Asten 1949.

Links: de “Angelusklok”. Luidde vroeger driemaal per dag “de engel des Heren.” Waarschijnlijk een geschenk van Augustinus I. M. Busch, pastoor der parochie 28 mei 1943-7 maart 1958. Vandaar de aanduiding:

Augustinus is mijn naam.
342. Eysbouts – Lips. N.V. Asten 1949.

Na langdurig zoeken gelukte het eindelijk deze gegevens met de volgende bijzonderheden aan te vullen:
De Joannesklok, toon G. heeft een diameter van 1033 mm en weegt 690 kg.
De Franciscusklok, toon Ais heeft een doorsnede van 865 mm. Zijn gewicht bedraagt 410 kg.
De middellijn van de Augustinusklok, toon C, de kleinste van de drie is 770 mm; gewicht 290 kg.
Als motief weerklinkt “Te Deum laudamus.”
De 5de april 1949 werden door deken H. J. Kuyper de klokken plechtig gewijd met de bede “Sonent in longinquum tempus, libere, ad majorem Dei gloriam.” Mogen zij tot in lengte van jaren in volle vrijheid hun stem verheffen tot meerdere glorie van God.”
Uit de rekening ten slotte blijkt, dat de totale kosten f 9188,26 hebben bedragen, waarvan op 1 mei f 5781,83 uit het Herstelfonds zijn vergoed.

P.V.

___________

¹) Van Rootselaar heeft dit gebeuren op een kunstzinnig schilderij uitgebeeld. Het hangt in de zaal van de pastorie.

Ga naar hoofdstuk V >