Het Orgel

Print

In 2011 was het 40 jaar geleden dat ik voor het eerst in aanraking kwam met het orgel in de Sint Werenfriduskerk. In september 1975 werd ik toegelaten tot de vooropleiding van de vakopleiding aan de Muziekpedagogische Akademie Alkmaar.

Onder leiding van orgeldocent Hans van Nieuwkoop begon ik aan de orgelstudie. Het studieorgel wat ik op dat moment tot mijn beschikking had was ongeschikt voor een goede ontwikkeling: pneumatisch i.p.v. mechanisch, een pedaal in afwijkende maat en één manuaal. In mijn woonplaats Enkhuizen kreeg ik bij diverse kerken nul op het rekest voor studie, behalve in de R.K.-kerk, maar dat betrof een elektronisch orgel.

Een neef van mij attendeerde mij op het orgel te Wervershoof, dat enkele jaren eerder was gerestaureerd. Ik belde meteen op en vroeg om toestemming éénmaal per week op zaterdag een uur te mogen studeren op het orgel. Na enkele minuten van overleg kreeg ik de gevraagde toestemming. Ik vond het meteen een fijn instrument. Het aantal studie-uren groeide allengs, waardoor ik heel vertrouwd raakte met dit fijne orgel. Wat is er zo fijn aan? Het heeft iets wat zich niet in woorden laat vangen.

Zoals dat altijd bij een echt kunstwerk het geval is: woorden schieten tekort. Want ook dit muziekinstrument is een kunstwerk. Je moet het hòren. En als bespeler moet je het ook voelen. Het heeft te maken met de speelaard, maar vooral ook met de klankkleur van de registers. Deze hebben zowel warmte als helderheid. De Trompetachtige ­registers hebben iets vurigs en fees­­­­telijks. Ik probeer het nog steeds: het onder woorden brengen van wat het nou precies is, maar het lukt niet goed. Met deze beschrijvingen kom ik behoorlijk in de buurt, maar nogmaals: je moet het horen, je moet het voelen. Dat is dikwijls zo met een mooi instrument wat blijft boeien en waar je op wilt blijven spelen.

De restauratie in 1971 stond niet los van de aanleg van heteluchtverwarming in 1929. Verwarming, met name heteluchtverwarming, is slecht, zo niet funest voor historische orgels. Behalve dat de stemming juist tijdens de viering aller-beroerdst is, lijden ook de materialen enorm onder de plotselinge en snelle opwarming, en daarna weer de afkoeling.

Ondanks dat veel kerkgangers het orgel regelmatig horen tijdens de viering, blijft het voor hen toch iets op afstand. Dat merkte ik onlangs weer tijdens een korte “excursie” bij het orgel.

“Ik dacht altijd dat het orgel alleen maar bestond uit de pijpen die je van beneden af ziet.”

Nee dus: er staan er nog ruim duizend achter. De meeste van metaal, andere van hout. De verschillende materialen reageren verschillend op de kerkverwarming. Hout, metaal en leer zijn de voornaamste. Voor een goed technisch functioneren en een goede orgeltoon of -klank dienen zij echter perfect op elkaar aan te sluiten en zo a.h.w. samen te werken. Deze materialen zijn onder invloed van (natuurlijke) temperatuur- en luchtschommelingen gedurende de seizoenen voortdurend in werking.

Alleen al daardoor ontstaan geleidelijk aan op de langere duur steeds meer afwijkinkjes, die steeds groter worden. Steeds minder goed functioneren van het instrument als geheel is daarvan het gevolg. Dus ook zonder het te bespelen en zonder de kerk te verwarmen gaat het orgel a.h.w. achteruit. Het hele instrument dient dan ook sowieso eens in de 25 à 30 jaar te worden gedemonteerd voor “groot onderhoud”. Wanneer er regelmatig heteluchtverwarming op het orgel wordt losgelaten wordt dit proces van achteruitgang enorm versneld.

Begin november heb ik schriftelijk aan de parochieraad de relatie tussen verwarming en liturgische muziek proberen uit te leggen. Daartoe heb ik tijdens het weekend van 7/8 november boven bij het orgel de temperatuur en luchtvochtigheid gemeten. De temperatuur liep binnen het uur vanaf 14 graden bij het opstarten van de kachel naar 21 op. Daarna regelmatig verder naar 22, soms zelfs 23 graden. Beneden is het dan echter 16 à 17 graden. De luchtvochtigheid daalde van 85% naar 70%.

Het orgel is in juni gestemd in een onverwarmde kerk. Bij 14 graden klinkt het nog alleszins redelijk, maar bij 21 graden is het behoorlijk vals, en daardoor niet volledig te gebruiken. Het is bij de begeleiding van de zang dan ook uitkienen welke registercombinaties wel en welke niet kunnen worden gebruikt. Desalniettemin blijft het vals. Voor de zang is dat niet goed. En dat is jammer.

De orgelbouwer adviseert om veel geleidelijker de kerk op te warmen: maximaal 1 graad per uur, i.p.v. 6 à 7 graden, zoals nu het geval is.

Gedurende de verdere stookperiode zal een ander, aangepast stookbeleid worden uitgeprobeerd.

Het orgel zal dan nog niet helemaal zuiver klinken, maar wel minder ontstemd, zo is de hoop en de verwachting. Niet in de laatste plaats zullen de materialen ook minder lijden.

Jan van der Leek

Wij verkeren in de gelukkige omstandigheid dat het Van Dinter/Gradussen-orgel uit de jaren zestig en tachtig van de negentiende eeuw zich leent voor diverse stijlen, echter het meest voor de Frans-georiënteerde romantische muziek.
Maar ook de muziek uit voorgaande tijden, zowel barok als klassiek komt verrassend goed tot uitdrukking. Zoals vanaf de in 2007 uitgekomen CD van ons orgel te beluisteren valt, voelen ook twintigste-eeuwse componisten zich hier thuis.
Deze CD is overigens nog steeds te koop voor slechts € 15,—, excl. eventuele verzendkosten.
Bij de concerten wordt ook de CD steeds onder de aandacht gebracht en kan dus een exemplaar worden aangeschaft.
Deze CD is ook te bestellen via Jan van der Leek
e-mailadres: janvanderleek@quicknet.nl

Wervershoof

Het orgel van de Sint Werenfriduskerk werd in 2000 gerestaureerd. Om deze restauratie te kunnen laten uitvoeren werd in de twee voorafgaande jaren een aantal acties georganiseerd om het hiervoor benodigde bedrag van ƒ 100.000,— in te zamelen.

De eerste actie op 11 oktober 1998 leverde al direct bijna ƒ 20.000,— op. Voor verschillende bedragen konden orgelpijpen, dan wel een compleet register, worden gesponsord. Als blijk van herinnering werd een certificaat en een kaars uitgereikt.
Deze acties gingen gepaard met muzikale optredens door o.m. het Dames- en Herenkoor, kinder-jeugdkoor, AOW-jongerenkoor, Regiokoor, leerlingen van de muziekschool, het Waterlands kinderkoor “De Kickers” en diverse muziekensembles uit de omgeving: Onderdijk, Andijk, Hoogkarspel en Oostwoud.
Op 1 oktober 2000, het jaar waarin tevens het 125-jarig bestaan van de Werenfriduskerk werd gevierd, kon een cheque van ƒ 100.000,— aan het parochiebestuur worden overhandigd.
Op zondag 19 november van dat jaar werd de officiële ingebruikname van het gerestaureerde orgel gevierd met een middag vol optredens door tal van muziekensembles, solisten en uiteraard organisten.
Tijdens de restauratie werden allerlei veranderingen in de dispositie en de intonatie, aangebracht bij de restauratie in 1970, weer ongedaan gemaakt. Hierdoor is het instrument weer teruggebracht naar de staat waarin het in 1884 door de orgelmakers gebr. Gradussen werd opgeleverd.

Het klankkarakter van het orgel is overwegend Belgisch/Fransromantisch.

Enkele impressies van ons orgel
Wervershoof11YWervershoof12Y
09250025Y (1)

09250026Y

Wervershoof13Y

09250024Y09250023Y (1)

In het kort enkele bijzonderheden over het orgel:

1862: Mathieu H. van Dinter bouwt in de vorige kerk van 1815 een orgel met gebruikmaking van oude elementen, waarschijnlijk van J.M. Gerstenhouwer.
1884: Gebr. Gradussen plaatsen het orgel over naar de huidige kerk, brengen wijzigingen en uitbreidingen aan.
1970: Jos. Vermeulen uit Alkmaar restaureert en brengt hierbij wijzigingen aan in de dispositie en de intonatie.
2000: Flentrop Orgelbouw restaureert het orgel terug naar Gradussen 1884.

Dispositie:

Hoofdwerk: Bourdon 16′, Violon 16′ (D), Prestant 8′, Bourdon 8′, Violon 8′, Octaaf 4′, Fluit 4′, Violine 4′, Octaaf 2′, Mixtuur 2-3st., Cornet 3-st. (D), Trompet 8′.

Onderpositief: Open Fluit 8′, Bourdon 8′, Viola 8′, Voix Celeste 8′, Flute harmonique 4′, Melophone 4′, Fagot 8′ (B), Hautbois 8′ (D).
Pedaal: Subbas 16′ (tr.) Violoncel 8′ (tr.)

De dispositie van het Gradussen-orgel:

Hoofdwerk: (C-f3)        Zwelwerk: (C-f3)

Violon 16 D                   Openfluit 8
Bourdon 16                   Bourdon 8
Prestant 8                     Viola di Gamba 8
Bourdon 8                    Voix Celeste 8
Violon 8                        Melophone 4
Prestant 4                     Fluit harmonique 4
Violine 4                       Fagot-Hautbois 8 B/D
Fluit 4
Octaaf 2                        Pedaal: (C-c1), transmissies HW
Mixtuur II-III                  Subbas 16
Cornet III                        Violoncel 8
Trompet 8

Foto boven rechts: Marcel Pelt © 2007

Foto’s: © Wim Verburg