Bijlage 1
VOORSCHRIFTEN VOOR HET TOELATEN VAN GRAFTEKENS EN GRAFBEPLANTING OP DE BEGRAAF-PLAATS VAN DE R.K.PAROCHIE H. WERENFRIDUS WERVERSHOOF
Artikel 1
Oppervlakte en hoogte der grafbedekking.
Artikel 2
Dikte van een steen.
1. De dikte van een staande grafsteen moet tenminste 6 cm. zijn.
2. Van een liggende grafsteen van een familiegraf, die meer dan 80 cm. lang is, moet de dikte tenminste 8 cm. zijn.
3. In afwijking van het bepaalde onder lid 2 moet de dikte van een liggende natuursteenplaat (afdekplaat), die met banden wordt gelegd, ongeacht de lengte van die plaat, tenminste 2,2 cm. zijn.
4. Bij een eerste begraving in een algemeen graf wordt een staande steen gebruikt met de standaard maten 85 cm. x 60 cm. x 6 cm.
5. Bij de tweede begraving in een algemeen graf wordt een liggende steen gebruikt met de standaard maten 65 cm. x 50 cm. x 6 cm.
Artikel 3
1. a. Een grafsteen die met banden wordt gelegd, moet steunen op platen van gewapend beton van tenminste 6 cm. dikte.
b. Een band langs de rand van een graf moet uit één geheel bestaan.
c. Een band moet minimaal 12 cm. breed en 8 cm. dik zijn.
2. Een bestaande grafzerk moet deugdelijk zijn verankerd op een voetstuk, grondplaat of rand.
Artikel 4
Grafbedekking.
1. Als grafbedekking op een graf worden niet toegestaan: hekwerken, hagen, kettingen, stangen, buizen, palen, trommels, dozen, beeldhouwwerken, gipsafgietsels. Dit evenwel naar het oordeel van het bestuur.
2. Als materiaal voor een grafbedekking op een graf mogen slechts worden gebruikt: natuursteen in de vorm van hardsteen, graniet, kwartsiet of wit marmer; metaal, van de soort messing, brons, geanodiseerd aluminium en geëmailleerd koolstofarm staal. Als opvulling tussen de randen mag daarbij uitsluitend fijn grind worden gebruikt.