III Het verlengen van grafrechten


Schriftelijk informeren van de rechthebbende


Artikel 19
1. Het bestuur zal uiterlijk één jaar voor het verstrijken van een termijn, waarvoor grafrechten zijn verleend en die kunnen worden verlengd, de rechthebbende schriftelijk attenderen op het aflopen van de grafrechten en de voorwaarden bekend maken, waaronder deze grafrechten kunnen worden verlengd voor een termijn van tien jaar.
2. Indien niet binnen drie maanden na verzending van de mededeling, bedoeld in het eerste lid, om verlenging van het recht is verzocht, maakt het bestuur de mededeling bekend bij het graf en bij de ingang van de begraafplaats, tot het einde van de periode waarvoor het recht was gevestigd.

Verzoek rechthebbende


Artikel 20
1. Een rechthebbende kan binnen twee jaren voor de afloop van de termijn schriftelijk verlenging van zijn rechten aanvragen voor een aansluitende termijn van tien jaren.
2. Het bestuur zal een aanvrage ingevolge lid 1 inwilligen, in zoverre van het recht tot begraven gebruik is gemaakt en geen bijzondere redenen, zoals
de voorgenomen ruiming van een gravenveld, zich daartegen verzetten.

Voorwaarden voor verlenging

Artikel 21
Wanneer in een eigen (urnen-)graf, bestemd tot het begraven van meerdere overledenen of hun asbussen een bijzetting plaatsvindt, wordt een lopende termijn van het grafrecht verlengd met tien jaren, mits van het grafrecht reeds tien of meer jaren verstreken zijn. De verlengde periode is te rekenen vanaf de datum van bijzetting.

Algemene (urnen-)graven

Artikel 22
Het recht van een gebruiker in een algemeen (urnen-)graf kan niet worden verlengd. Tenminste zes maanden en ten hoogste twaalf maanden voor het verstrijken van de termijn van uitgifte van een algemeen graf doet de beheerder daarvan schriftelijke mededeling aan de gebruiker wiens adres bij hem bekend is.