RK Regio Wervershoof

RK regio Wervershoof

Nieuwe adem –
Onderweg in geloof aan de oevers van de Zuiderzee

Pastorale koers 2021 – 2025 Regio Wervershoof – versie 1.5

Woord vooraf
Kerken, en daarmee parochies staan op een kantelpunt. Sterker, op veel meer terreinen in de samenleving ervaren we een overgang van oud naar nieuw. We hoeven maar te denken aan de landbouw, het milieu, de zorg, het politieke bedrijf. Een manier om met deze verschuiving om te gaan is op de rem trappen en vasthouden aan wat we hebben. Een andere manier is met elkaar een gesprek voeren over wat we echt van waarde vinden. Welke vormen van kerk-zijn en geloven zou ik, zouden wij willen én kunnen bewaren? Wat kunnen we loslaten? Kunnen we elkaar daarbij helpen, vanuit de verschillende geloofsgemeenschappen?
Afgelopen jaar is het pastoraal team in gesprek geweest over een pastorale koers voor de komende jaren binnen de Regio Wervershoof. Tot de regio behoren vijf parochies, te weten: parochie Sint Jozef te Zwaagdijk-Oost, parochie Sint Werenfridus te Wervershoof, parochie H. Gerardus Majella te Onderdijk, parochie H. Martinus te Medemblik en parochie Maria Middelares van alle Genaden te Andijk. Henk Brussel is door het parochiebestuur aangesteld om het proces te begeleiden dat moet leiden tot een pastoraal perspectief op de toekomst van de regio.
In de gesprekken hebben de pastores zich laten leiden door hun beleving van de actualiteit van de regio en de ontwikkelingen in de maatschappij in bredere zin, door gesprekken met parochianen over de toekomst, door cijfers over de participatie aan het kernprogramma en door de beleidsdocumenten van het bisdom Haarlem-Amsterdam. Het algehele gevoel is, dat het over de gehele linie minder wordt, dat dit proces al vele jaren aan de gang is en dat de onderkant langzamerhand bereikt is. Gaan we zó door tot het niet meer gaat, met het risico dat iedereen teleurgesteld afhaakt? In het pastoraal team heerst de gedachte dat het in de regio niet op dezelfde voet verder kan.
Vanuit de eigen verantwoordelijkheid van het parochiebestuur klinkt een zelfde zorg. In de toekomst zal het lastig worden voldoende middelen bij elkaar te krijgen om de twee grote kostenposten, personeel en gebouwen, te kunnen blijven bekostigen. Tel daarbij op dat de krimpende gemeenschappen de zorg hebben voor hun onderkomens wier omvang veel te groot (en veel te duur) is voor het huidige gebruik. Ook aan de bestuurstafel klinkt: er moet iets gebeuren.
In de notitie Nieuwe adem zult u een voorstel lezen om in het kernprogramma te gaan samenwerken en uiteindelijk een ‘nieuwe centrale parochie’ in te richten. Dit centrale, regionale programma schept ruimte om lokaal nieuwe initiatieven te nemen, om lokaal meer nog dan nu elkaar nabij te zijn en aanwezig in de wereld, zodat meer mensen kennis kunnen maken met de waarde van het Evangelie.
Het is niet mogelijk om én het bestaande te continueren én nieuwe dingen op te pakken, met een slinkende groep mensen. Dan is het nieuwe alleen maar iets erbij en daar is gewoon geen energie, geen ruimte voor, daar worden de huidige vrijwilligers ongelofelijk moe van. De uitdaging is of het lukt met elkaar nieuwe adem te vinden, zodat dingen kunnen worden opgepakt waaraan misschien nog nooit is gedacht.
In deze notitie doen we verslag van een proces, dat we een voortraject zouden kunnen noemen. De komende jaren kunnen we zien als een overgangsperiode waarin we met elkaar werk maken van de kerk van de toekomst. Het gaat ons, het zij nog maar eens gezegd niet primair om de toekomst van de kerkgebouwen, maar om de inhoud van ons programma en om onze geloofsgemeenschap(-pen). Uitgangspunt van de kerk van de toekomst is het Evangelie. We worden door Jezus Christus voortdurend uitgedaagd om ons te verbinden met de noden en armen van onze tijd. Als keerzijde hoort daar naar ons gevoel bij dat we minder vanuit het kerkgebouw redeneren.
Om zicht te krijgen op een pastoraal perspectief hebben we onszelf drie vragen gesteld:

  1. Missie – Waar staan we voor?
    Het antwoord op die vraag omschrijft wat ons in de regio verbindt, wat de voedingsbodem is waarop we staan en wat ons onderscheidt van andere katholieke parochies / regio’s. Kortom, wat is typisch ‘Regio Wervershoof’?
  2. Visie – Waar gaan we voor? Wat willen we bereiken?
    Het antwoord op die vraag omschrijft hoe het pastoraal team denkt de regio de nabije toekomst in te loodsen. Willen we nieuwe wegen inslaan met de regio en welke zijn dat dan? Kortom, met welk programma denkt het ontwikkelteam de parochie verder op te bouwen en de aantrekkingskracht te vergroten?
  3. Strategie – hoe denken we dat te bereiken?
    Het antwoord op deze vraag omschrijft wat we nodig hebben aan menskracht, organisatie, kennis en kunde en middelen om de uitdagingen waar we met elkaar voor staan zo goed mogelijk te realiseren.

De gevonden antwoorden zijn het materiaal waarmee deze notitie is opgebouwd. Maar er is meer. Bedoeld was om naast dit spoor een projectteam een parallel spoor te laten lopen waarbij input vanuit de geloofsgemeenschappen zou komen. Dit zou een tweede bron zijn waarmee deze notitie zou worden samengesteld. Corona heeft de afgelopen jaren deze opzet onderuit gehaald. Naast de fysieke onmogelijkheid om bij elkaar te komen, bleek ook digitale vormen van overleg een hindernis. Daarvoor in de plaats hebben we twee schriftelijke vragenrondes ingelast, met het verzoek aan de parochies daarover met elkaar in gesprek te gaan en de opbrengst te rapporteren naar de samenstellers van deze notitie. Beide vragenrondes zijn vastgelegd in een samenvattend verslag. Deze verslagen zijn ook gebruikt als bron voor het samenstellen van deze notitie.

We realiseren ons dat we voor een pittige uitdaging staan. Het besef dat we onderdeel zijn van een wereldkerk zou ook de last op onze schouders wat lichter mogen maken. De Blijde Boodschap is relevant en springlevend voor heel veel mensen. Dat wij in Nederland in een periode van krimp en herbezinning zitten is lastig maar niet onoverkomelijk. Daarbij mogen we leven vanuit de belofte dat de Drieëne God met ons meetrekt.

  1. Missie – waar staan we voor?

Hoewel de regio al een aantal jaren bestaat, staat elke parochie nog op zichzelf. Een ieder probeert zo lang mogelijk op zoveel mogelijk terreinen zelfstandig te blijven. Er wordt alleen samengewerkt als het echt nodig is. Dit heeft tot gevolg dat er nauwelijks een werkwijze gegroeid is waarin de gezamenlijkheid tot uitdrukking komt. Het is nog ieder op zichzelf. Parochiebestuur en pastoraal team achten die tijd voorbij. De parochies zijn zo kwetsbaar geworden dat intensieve samenwerking gewenst is.
Het antwoord op de vraag ‘Waar staan we voor?’ kan een beschrijving zijn van de realiteit of een verlangen. Dat laatste is hier het geval, omdat het samenwerkingsverband nog moet groeien. Het antwoord zegt iets over de manier waarop de parochies met elkaar op weg willen gaan; zo zouden we kerk willen zijn, hierin willen we dat mensen ons herkennen!
In het voortraject kwamen een aantal Bijbelteksten ter sprake die uitdrukking geven aan dit verlangen. De teksten zijn bouwstenen voor een gezamenlijke identiteit, bodem of zo u wilt bouwgrond voor de kerk van de toekomst.

  1. Luc 24, 13-35 – Het verhaal van de Emmaüsgangers: we lopen altijd samen, met de Heer en met elkaar.
  2. Joh 14,2 – in het huis van mijn Vader is plaats voor velen. Vanouds een lezing die veel gelezen wordt bij uitvaarten, maar het beeld is veelzeggend voor de kerk van de toekomst: uitnodigend naar iedereen. Ruimte voor iedereen. De kerk moet warm, attent en gastvrij zijn. Ook open buiten de vieringen om. Een kerk met gesloten deuren is geen goed teken.
  3. Marc 6, 7-13 – Jezus zendt zijn twaalf leerlingen twee aan twee uit, met eigenlijk niets anders dan zichzelf en hun geloof in Jezus Christus. In deze tekst ervaren we een sterk appél om dat voorbeeld te volgen. We moeten er op uit, de wereld in, en vertellen en laten zien wat ons beweegt en raakt.
  4. Mat 23, 11: wie de grootste wil zijn, moet de minste, de dienaar zijn. Dat dienaar zijn sluit aan bij een sterk punt van de parochies: het diaconale karakter. Hier zit echt een kans: het opkomen voor zwakkeren en ouderen kan verder worden uitgewerkt. De bisschop van Evreux drukt in een pakkende zin mooi de diaconale opdracht uit: Als de kerk niet dient, dient zij tot niets. Een andere persoon die op dit punt tot de verbeelding spreekt is Johannes Maria Vianney, ook wel de pastoor van Ars, beroemd om zijn gewone boerse vroomheid en zijn zorg voor armen, voor zieken en kwetsbare mensen.
  5. Lucas 15, 11 – 32, het verhaal van de verloren zoon: de jongste zoon heeft alles gedaan naar eigen zin, maar ziet in dat hij daarmee alles verloren heeft, ook zijn positie als kind. Hij keert terug om te ontdekken dat hij door zijn vader wordt bemind. Als kerk dienen we ook barmhartig te zijn, en in te prenten dat we kinderen van God de Vader zijn.
  6. Als Westfriezen zijn we vanouds van de zee en het akkerland. Er zijn allerlei Bijbelverhalen die naar die werkelijkheid verwijzen: Mat 8,23vv – storm op het meer ; vissers van mensen Mat 4,29vv; of Mat 13 over zaad dat op goede grond valt. We zijn harde werkers zonder veel omhaal van woorden.

Als we deze teksten op in ons laten werken komen een aantal kernwaarden naar voren die ons kerk-zijn mogen bepalen:
• Samen zijn, samen doen
• Gastvrij
• Open in en naar de wereld
• Dienstbaar
• Barmhartig
• Verbonden met de Vader
• Handen uit de mouwen
Als wij als parochie het katholieke geloof uitdragen dan luidt ons motto zo:
We staan voor een kerk
die open naar de wereld is,
waar Jezus onze inspiratie is,
waar we mensen gastvrij en dienstbaar tegemoet treden
waarin we samen zijn en samen werken
in verbondenheid met God, die onze Vader is.

  1. Visie – waar gaan we voor?

De regio bestaat uit vijf parochies. In het spreken over een toekomstperspectief voor de regio ontstond er als het ware een twee sporen beleid. Het eerste spoor gaat over de noodzaak van programma-vernieuwing. Het tweede spoor gaat over hoe we het pastoraat in de toekomst organiseren.
In de loop van het proces kwam de volgende tekst uit één van de lokale huis-aan-huis bladen op ons pad:
Kerk

Middend in ’t durp, tussen huize en mense
deer staat ‘r de kerk – as een baken van trouw
deurgaans puur oud en met heel dikke muren
de toren die woist as een vinger in ’t blauw.

Jarelang stonde de deure woid open
en alleman zat deer, van jong tot puur oud.
Lenigiesan kwam ‘r al minder volk
d’r werd woinig rouwd en nag veul minder trouwd.

’t Zingen klonk ielig, de kerk werd al kouwer
dat iederien zee toe: “Wat beurt ‘r met jou?”
God leek verhuisd en gien mens ging ‘m zoeke
d’r werd enkeld zoid: “Tjoh, wat moete we nou?”

Den maar verkoupe, we kenne ’t niet kere.
En hoe zal ’t worre? Genien die ’t weet.
Toch komt ‘r vast voor de mense van ’t durp
een heêl nuwe plaas voor d’r lief en d’r leed.

© Ina Broekhuizen-Slot

A. Het eerste spoor – één liturgisch centrum
De regio bestaat nu nog uit vijf parochies, in de toekomst zal dit er één zijn. In deze ene parochie wordt het kernprogramma ondergebracht op een centrale locatie, in een liturgisch centrum, bestemd voor alle parochianen. Verder zullen we inzetten op het behoud van de vijf geloofsgemeenschappen. Elke geloofsgemeenschap krijgt daarmee ruimte voor een programma met eigen lokale accenten.
Het kernprogramma bestaat uit de eucharistievieringen, de voorbereiding en de viering van de overige sacramenten, individuele pastorale begeleiding waar een pastor gewenst is, het coördineren en mee uitvoeren van de uitvaarten en overige afscheidsrituelen. Het kernprogramma zal gebruik maken van slechts één centrale locatie. Welke bestaande locatie het pastoraal-liturgische centrum wordt van dat kernprogramma beslissen we de komende tijd. Het tijdstip waarop dit ingevoerd wordt ook. Het kernprogramma op het liturgisch centrum zal worden behartigd door de pastorale professional, bijgestaan door een team van gemotiveerde en geschoolde vrijwilligers.

  1. We gaan voor een nieuwe aanpak van de sacramentencatechese. De deelname aan het Doopsel, Eerste Heilige communie, Vormsel en het huwelijk daalt gestaag tot een (onaanvaardbaar) minimum. De oude wijze van aan de hand van je ouders de kerk leren kennen, is er niet meer. Deze ervaring leidt tot de noodzaak van een fundamentele herbezinning. Twee elementen zullen een nieuwe aanpak typeren: 1) een regionale aanpak en vormgeving en 2) de inzet van catechisten (dit zijn up-to-date geschoolde vrijwilligers). Verder zullen de pastores hun licht opsteken bij collega’s elders in het bisdom. Gesprekken met vrijwilligers in de regio die actief betrokken zijn bij de sacramentencatechese zijn gewenst om samen met de pastores zicht te krijgen op de punten waarop aanpassingen nodig zijn.
  2. We gaan voor een liturgisch rooster dat door de eigen pastores en vrijwilligers uitgevoerd kan worden. De inzet van emeriti van buiten zal tot een minimum worden beperkt. De komende jaren zal door natuurlijk verloop de omvang van het pastores team teruglopen van nu 3,0 fte (formeel) naar 1,0 fte. We verwachten dat dit in de pas kan lopen met de concentratie van vieringen naar het liturgisch centrum.
  3. We gaan voor behoud van kwalitatieve goed verzorgde liturgie in de ‘centrale parochie’. Dat betreft zowel de inhoud als de vormgeving. Goede kerkmuziek, mooie aankleding, een verkondiging die aansluit bij de mensen van nu.
  4. We gaan voor het vergroten van mogelijkheden om de centrale kerklocatie langer en vaker open te stellen. Bij een gastvrije en uitnodigende kerk hoort ook een open kerk. Mensen kunnen binnenlopen voor het opsteken van een kaarsje, het opschrijven van een intentie in een boek, in stilte kunnen zitten. Daarnaast is er behoefte aan bijeenkomsten, anders dan liturgische, waarvoor mensen worden uitgenodigd de kerk te bezoeken. Denk aan concerten, lezingen, rondleidingen, tentoonstellingen, ontvangsten. Een dergelijk aanbod vergt een speciale groep vrijwilligers.
  5. We gaan voor het werven en toerusten van een groep jonge katholieken (leeftijd 25 tot 50 jaar) die bereid zijn, om over grenzen van eigen dorp en parochie heen, de parochie van de toekomst helpen bouwen.
    B. Het tweede spoor – vijf Plaatsen voor Lief en Leed.
    In de lijn van het gedicht van Ina Broekhuizen-Slot zien we de vijf oude parochies worden tot ‘nieuwe plaatsen voor lief en leed’. Noem het pastorale steunpunten, waarbij het programma vooral een pastoraal-diaconaal karakter heeft. Er vinden allerlei activiteiten plaats in de sfeer van omzien naar elkaar, van nabijheid. Afhankelijk van lokaal talent kunnen ook geloofsverdiepende bijeenkomsten worden gehouden rondom de Bijbel, bezinnings- en gebedsmomenten. Elke plaats van lief en leed kent zijn eigen programma. In de uitvoering kan samengewerkt worden met de aangrenzende katholieke gemeenschap. Het ligt erg voor de hand om ook de samenwerking met andere christenen, geloven en maatschappelijke organisaties te zoeken. Samen krijgen we meer voor elkaar dan ieder apart. Als een vast onderdak nodig is kan dit gehuurd worden. We hopen dat er energie vrij komt voor activiteiten waar nu nog niet aan wordt gedacht, simpelweg omdat het bestaande alle energie opslokt.
  6. Strategie – hoe denken we dit te bereiken?

We realiseren ons dat dit voorstel een radicale breuk met de huidige situatie betekent. Toch menen we dit voorstel te moeten doen omdat intensieve samenwerking én missionaire vernieuwing de enige weg is die we kunnen gaan in de regio.
Welke stappen moeten we met elkaar zetten om te komen tot één pastoraal liturgisch centrum voor de regio, met daarom heen een netwerk van Plaatsen voor Lief en Leed?

  1. Zorgvuldige bespreking van dit voorstel. Een verkenning van de consequenties horen bij dit voorstel. Uiteindelijk is instemming op dit perspectief noodzakelijk. Uiteindelijk beslist de pastoor, met het team en het bestuur. Klaar: 1 januari 2022
  2. Het pastoraal team zet de eerste stappen in het vormen van het liturgische centrum. Een nieuw liturgisch rooster heeft als uitgangspunt dat het pastoraal team dit rooster kan bemensen, met hulp van vrijwilligers en zonder structurele inzet van emeriti van buiten. Met de te verwachten krimp van het team zal op termijn ook de eucharistische inzet beperkter worden. Een regionale aanpak voor de sacramenten is een tweede element waardoor de regionale samenwerking gestalte zal krijgen. Start: 1 januari 2022
  3. De huidige vijf parochies werken in het kalenderjaar 2022 aan een werkplan voor hun Plaats van Lief en Leed. Uitgangspunt is de werkvraag: met welk activiteitenplan willen wij aanwezig zijn in onze samenleving, rekening houdend met het feit dat twee vanzelfsprekendheden anders komen te liggen:
    a. Het kernprogramma vindt elders plaats.
    b. Het eigen kerkgebouw is mogelijk niet langer houdbaar.
    Het werkplan is klaar 1 juli 2022. Het plan gaat gepaard met een begroting voor de activiteiten. Het werkplan wordt voorgelegd aan het pastoraal team en parochiebestuur.
  4. Om de opbouw van de ene parochie te ondersteunen is een centraal secretariaat gewenst. Dit secretariaat wordt door een professional bemensd. De formatieve omvang is punt van overleg. Het vormt de entree voor de kerk van de toekomst. Gewenste huisvesting bij / in de centrale locatie. Alle informatie, aanmeldingen voor activiteiten en diensten, bereikbaarheid van pastores, afgifte van spullen en formulieren behoort tot het takenpakket. De eerste stap is het opstellen van een functieprofiel en taakomschrijving. Het parochiebestuur neemt een besluit over de functie en de aanstelling van een kandidaat. Klaar: 1 juli 2022
  5. Met behulp van de adviseurs van de Stichting Kerkelijk Waardebeheer wordt een keuze gemaakt voor de huisvesting van het liturgische centrum. In het verlengde daarvan wordt een plan gemaakt voor de (her-)bestemming van het overige vastgoed. Als uitgangspunt wordt meegenomen dat het gebouw voor de huisvesting van het liturgisch centrum voldoet aan de eisen die uit de inhoud van het programma naar voren komen en past bij de verwachtingen van deze tijd. Klaar: 1 jan 2023.
  6. Het parochiebestuur stelt een meerjaren-financieel plan op, zodat op verantwoorde wijze de kerk van de toekomst kan worden gefaciliteerd en veilig gesteld voor ten minste een periode van tien jaar.
  7. De inrichting van de centrale parochie, de keuze voor een locatie, en de vaststelling van de pastorale bezetting maken de weg vrij voor de laatste stap: een fusie van de vijf parochies, die zichtbaar uitmondt in het vinden van een naam voor de nieuwe parochie. Klaar: 1 jan 2023.